Foam Amsterdam
De Foam is een museum waar de grote fotografen hangen, of hebben gehangen. De thema's van de tentoonstellingen zijn heel wisselend, de ene keer collage fotografie, de andere keer snerpend harde reportages van junkies en hoeren, en dan weer een aantal foto's uit de jaren 70 en 80. Het is van alles wat op fotografie en voor elk wat wils. Foam is niet heel groot en ik had wel vrij snel door dat we met het groepje waarmee we liepen wel erg vaak bijna tegen een portret aan botsten. Wij waren er met school op een dinsdagmiddag en het was niet heel erg super druk. Er waren wel wat toeristen die Amsterdam bezochten, maar de bezoekers waren voornamelijk scholieren van onze school en nog een paar andere scholen.
Ik was echt verrast door de best leuke indeling van het museum. Oud pand dus veel leuke details maar dat betekent ook dat er veel gangetjes en trappen zijn dus dat geeft leuk zicht op een origineel grachtenpand. Ook waren er details in de gang waarvan ik het idee kreeg dat er ooit een keuken of toilet gezeten had.
We kregen eerst een rondleiding door het museum. De gids wist wel wat hij moest vertellen over de portretten en de manier van fotograferen, maar je kon duidelijk zien dat hij niet vaak rondleidingen gaf aan scholieren, want hij kon totaal geen orde handhaven. Maar het was wel een leuke rondleiding ookal ben ik zelf niet echt geïnteresseerd in kunst.
Daarna kregen we van diezelfde man een workshop fotograferen. Hij legde ons goed uit over bepaalde aspecten van het fotografen. We kregen deze folder/dit papiertje mee:

 

Eyefilm
We kwamen vrijdagochtend aan en we werden naar een zaal gebracht. We kregen 6 verschillende filmpjes te zien die ieder ong. 10 minuten duurde. Het waren allemaal lowbudget films en het was cool om te zien hoe de regisseurs het geld besteedde aan de productie van de film. Lieten ze een speelfilm zien of een documentaire? moest het geanimeerd worden of moesten acteurs ingehuurd worden?
De 1e film ging over het volgen van een Marokkaan op weg naar zijn vriendin om haar ten huwelijk te vragen. Onderweg komt de jongeman allemaal evenementen tegen, evenementen waarvan de kijker ook gaat denken dat hij in staat is om ook zoiets te doen. Maar de film eindigt dus met een evenement die niemand had verwacht, hij vraagt zijn vriendin ten huwelijk. De film is heel erg knap gemaakt en laat goed zien dat een coole film ook met een klein budget gemaakt kan worden. De gehele film is één shot en tijdens de film verandert de camerapositie en de achtergrond continu.
De 2e film is heel erg vaag en heel weinig over te vertellen. Het is in een soort stijl gemaakt waarbij de personages van kleur veranderen naarmate wat voor emoties ze vertonen. Ik vond dit verwarrend en er was niet echt een verhaal in te herkennen.
De 3e film was wel heel erg leuk. Het ging over 3 jongeren die onderweg naar hun vakantie bestemming gaan. Tijdens het reizen gebeurd het een en ander. Het ene moment zien we dus de 3 personages en het andere moment zien we ze ongeveer een jaar later. Het is een film waar veel gebruik van flashbacks is gemaakt. Maar voor de rest is het wel een typische film, er zijn dus acteurs en je kan goed zien dat de film is gemaakt met allemaal shots op allemaal plaatsen.
Nog een film dat me interesseerde was de allerlaatste, genaamd; I Love Hooligans. Het was een geanimeerde documentaire die ging over een homofiele voetbalsupporter. Het was een film dat een boodschap met zich meedraagt , niet alleen liet de regisseur zien dat animatie een heel erg goed alternatief is van het filmen van een film, maar ook dat homofiel gedrag en hardcore voetbal fan zijn niet samen gaan, en dat dat dus in de toekomst eigenlijk verbeterd zou moeten worden. Ik ben het wel met hem eens want we wonen immers wel in een heel erg vrij land.

Rijksmuseum
Het Rijks, dat is natuurlijk gewoon een heel erg imposante museum. Musea zoals ze bedoeld zijn. Een groots gebouw, met belangrijke kunst erin. En ja, de Nachtwacht is indrukwekkend als je ervoor staat. Maar wat ik persoonlijk het mooist van het Rijks vindt, de kleur van de muren. Het geheel past zo goed bij de rest van het gebouw en laat de werken zo goed tot zijn recht komen. Daar is zo goed over nagedacht. Ik kan daar bijna blij van worden. Het is gewoon een heel erg mooi gebouw van buitenaf. En voor de rest is het gewoon een must see plek in Amsterdam. En vergeet niet even onder het museum door te fietsen, of te wandelen en als het kan te luisteren naar de akoestiek als er iemand prachtig viool staat te spelen.
Ik had met mijn groep een workshop citroen schilderen. Eerst had ik geen idee wat ik moest verwachten. Ik kwam aan bij het zijgebouw op maanochtend in de vrieskou. We werden naar binnen gelaten net voordat van mijn vingers van de kou er vanaf vielen.
We kregen een rondleiding door het rijksmuseum en hebben daar vooral geleerd hoe je een goede kunstschilder kan herkennen, namelijk door de manier hoe citroenen geschilderd zijn.
We hebben verf voor de citroenen gemaakt door middel van tempura. We moesten het ei scheiden en dan het eigeel in een bakje houden. Deze moesten we mixen met kleurstof om verf te maken. Het moest een soort tandpasta maken maar gelukkig is dat bij mij in ieder geval goed gekomen.

Muziekgebouw aan ’t ij
We begonnen de middag met een bezoekje aan het muziekgebouw aan ’t ij. We zouden een heel erg uitgepakte workshop krijgen, maar dankzij het ADE (Amsterdam Dance Event) werd de workshop afgeschaft.
Er was veel onduidelijkheid in het begin, niemand wist wat we gingen doen en iedereen zat maar een beetje te stoeien met de rest of een beetje te praten. Er werd ons uitgelegd dat de workshop niet door ging omdat de grote zaal gebruikt werd als podium voor het evenement. We mochten wel bij de repetitie zijn van een jazz/pop band.
Ze speelden heel erg goed en er was niemand uit de maat. Het was het soort muziek waar ik ook in mijn vrije tijd zou naar luisteren. Er werd ook gespeeld op een soort filmpje en er werd tijdens het spelen een soort kaligrafie gemaakt die we zagen op hetzelfde scherm. De tekenaar zat tussen het orkest en tekende er op los. Er hing een camera boven hem om de beelden vast te leggen. Dit zorgde er alleen wel voor dat er in de meest rare hoeken getekend moest worden.
Iets wat ik wel vrij jammer vond, is dat achter mij de hele ghetto-gang van het Amsterdams lyceum zat. We werden continu lastig gevallen en dit irriteerde de mensen met wie ik op dat moment aan het kijken was. Er werd ook niks erover gezegd dat ze hun monden dicht moesten houden, maar al om al vond ik het wel leuk.
We werden daarna verdeeld in vier groepen die allemaal iets gingen doen. Ik ging met mijn groepje zingen en muziek maken. Ik had er niet superveel zin in en mijn groepsgenoten dachten daar precies hetzelfde over, de sfeer werd wel beter naarmate het wel leuker begon te worden.
We moesten eerst met een object of een handeling geluid maken en daarna met z’n alle in de maar meedoen. Het grootste gedeelte deed goed mee, maar er waren wel één of twee slome mensen die totaal niet op de maat meededen. Ik vind persoonlijk zelf dat als je niet op maat meekan doen, je maar lekker stil moet houden.
We gingen daarna een liedje zingen wat ik eerst niet herkende, maar toen het eenmaal gespeeld werd, herkende ik het steeds meer en meer. Het liedje heette ‘Multiply’ en het klonk best aardig.
Ik vond het hele gedoe met het ADE zelf wel verwarrend, maar dat werd wel redelijk goed gemaakt door de leuke muziek. Ik vond het een leuke activiteit, maar niet de leukste……

Songwriting
De cursus songwriting was de eerste middagactiviteit van de week. De naam spreekt voor zichzelf. We kregen een cursus songwriting, of nouja, een gedicht schrijven voor iemand die je lief hebt en dat dan een beetje in een liedje zien te verwerken.
Dit was bij lange na de saaiste en sufste activiteit van de week. Niemand nam het serieus en de songwriter die de cursus gaf, had totaal geen controle over de klas. Niemand had er zin in om 2 uur lang serieus bezig te zijn met het schrijven van een liedje.
De cursus begon met de leider die wat uitlegde over haar zelf en over wat songwriting nou precies voor dingen doet met mensen. Het kan een boodschap of een emotie met zich meebrengen. We moesten luisteren naar ‘I’m not the only one’ van Sam Smith en bespreken wat hij nou met het liedje bedoeld. Blijkbaar gaat het over een persoon met wie hij een relatie heeft die vreemd gaat.
Daarna mochten wij aan de slag gaan. We moesten dus een gedicht of brief schrijven aan de persoon die je lief hebt. Uiteindelijk waren onze gedichtjes te slecht en waren we niet geïnteresseerd om ze voor te dragen voor de klas. Uiteindelijk had een jongen met wie ik samenwerkte het blad uit het raam gegooid zodat we niet voor de klas moesten. Ik denk dat dit wel het leukste en grappigste was aan de hele cursus.
Dus songwriting is absoluut niet voor mij. De gehele cursus was saai en er was behalve het gooien van het papiertje uit het raam niks leuks te zeggen. Al om al vond ik het geen geslaagde middag.

Verslag activiteitenweek: “De Bijbel”
Op donderdag 15 oktober werd de activiteiten dag begonnen met “De Bijbel.”
Doordat ik ben blijven zitten en dus wat mensen ken die deze week al hebben meegemaakt, had ik al een beeld van wat ik zou kunnen verwachten. Dat beeld was dat het heel saai zou zijn. Het tegendeel werd bewezen.

Ik was als eerste in de klas en had dus aan het begin wat persoonlijk contact met de docent. Het bleek een man te zijn die kennelijk als student op deze school heeft gezeten en hier ook les heeft gegeven. Hij deelde meteen zijn conclusie over de “hedendaagse leerlingen” op deze school. Schijnbaar waren de leerlingen van deze school een aantal jaren geleden een stuk “bekakter” dan nu. Hoewel de school, naar mijn mening, op dit moment ook al best bekakt is.
Zodra er wat meer leerlingen in het lokaal zaten, zei hij plotseling tegen bepaalde meisjes dat ze van school zouden worden gestuurd. Hij reageerde op de verbaasde blikken van de meisjes dat op bepaalde scholen in de “bible belt” (een regio dat eruitziet als een soort diagonaal dat begint in het zuiden van Zeeland en eindigt onderaan Drenthe) bereid zijn meisjes van school te sturen zodra ze een spijkerbroek aan hebben. Hierdoor kreeg hij direct de aandacht van de klas en was hierbij de les ook begonnen.
Voordat hij daadwerkelijk naar de stof ging, zei hij tegen de klas dat hijzelf niet gelovig is. Daarnaast zei hij ook dat hij hier en daar wat grappen heeft en dat hij daar geen kwade bedoelingen mee heeft. Dit heeft hij rond de drie keer, verspreid over de les, verteld.
Bij aanvang kregen we allemaal een aantal aan elkaar geniete papieren dat deels bestond uit steekzinnen/-woorden over de bijbel waarmee hij uitleg gaf en deels uit een twee pagina lange samenvatting van de bijbel
Hij begon met het uitleggen waarom we dit kregen, dat was voor de reis naar Rome maar ook omdat het een heel groot deel uitmaakt van onze samenleving. Daarna ging hij in op de verschillende testamenten, het oude testament en het nieuwe testament en hoe bijna alle religies gebaseerd zijn op hetzelfde verhaal. En gaf daarbij nog verdere informatie over de bijbel.
De rest van de les, waren we eigenlijk alleen maar bezig met het verhaal van de Bijbel. We moesten bijvoorbeeld de samenvattingen lezen/voorlezen en gaf daarna wat informatie daarbij.
Daarna werden de tien geboden uitgelegd. Stuk voor stuk gingen we ze langs. Bij elk gebod gaf hij ook een toepassing in het hedendaagse leven, wat een beter begrip voor dit gebod bood. Hierdoor zal het waarschijnlijk ook beter in ons geheugen blijven hangen.
Toen de les geëindigd was, kwam ik erachter dat ik me helemaal niet had verveeld, maar dat dit een leuke les was geweest waar ik echt wat van heb opgestoken. En ik zeg dit niet alleen maar omdat dat misschien een goede indruk achterlaat.

Persmuseum
Toen we bij het Persmuseum aankwamen, helaas een beetje laat, werden we direct doorgeleid naar een van de twee ruimtes waar onze groep in verdeeld was. De ene ruimte moest per klein groepje een foto maken dat met een bepaald onderwerp te maken had. In de andere ruimte, degene waar ik in zat, werden er dia’s op een scherm vertoond van verschillende cartoons waarnaast een man erover zat te praten. Aangezien ik niet bij het begin was, wist ik niet of hij die allemaal zelf had getekend. Maar aangezien hij soms vertelde over welke ideeën hij erbij had, wist ik vrij zeker dat er in ieder geval een paar van hem waren.
De meeste cartoons waren gemaakt rondom het nieuws op dat moment. Dus bijvoorbeeld de zwarte pieten discussie. Of de immigranten. Maar er zaten ook wat “non-related” cartoons tussen. Zoals eentje die ikzelf heel grappig vond. Het heet dyslectische fruitvliegjes. Hierin zijn fruitvliegjes getekend die niet boven een schaal met fruit vliegen, maar boven een fluit. Hiervan kregen we allemaal later nog een ansichtkaart mee.
Verder vertelde de man naast de dia’s over hoe je cartoons kan tekenen. Ze hoeven namelijk niet allemaal mooi te zijn. Soms kan het juist extra charme geven als ze juist niet zo mooi zijn. Verder vertelde hij ook over welke onderwerpen het zou kunnen gaan, over bijvoorbeeld hedendaagse dingen, of dingen die je aan iets opvallen. Maar het kan dus ook gewoon een “non-related” grap zijn.
Vervolgens kregen we allemaal een wit A4 en een potlood. We kregen, natuurlijk, de opdracht om nu zelf een cartoon te tekenen. Verder kregen we ook nog de beschikking over een paar verschillende kranten, waar we in mochten bladeren, voor eventuele onderwerpen of inspiratie.
Wat ikzelf heel vervelend vond, is dat ik soms hele goede grappen in mijn hoofd heb, die dan in een soort cartoon vorm heel grappig zou kunnen zijn, vind ik. Maar op dit moment kon ik daar niks meer van herinneren. Dus was ik gedoemd om zelf een nieuw onderwerp te vinden.
Op een gegeven moment kwam ik langs een artikel in de krant over het dorp “Oranje.” Over dat er nu veel meer immigranten in zitten dan dat er inwoners in zitten. Vervolgens moest ik denken aan een grap die mijn vader de dag ervoor had gemaakt over dat dorp. Dat de naam ervan nu wel in beige veranderd kan worden. Dit vond ik zelf heel grappig waardoor ik besloot om hiervan de cartoon te maken. Uiteindelijk had ik een soort weg getekend met daarnaast zo een typisch Nederlands bord waar de naam van de dorpen op staan. Op Dit bord had ik dus de naam Oranje gezet. Daarna heb ik een kruis door Oranje gezet en heb ik daaronder in “schrijfletters” Beige gezet. Wat er dus op duidde dat de naam was veranderd naar Beige.
Toen de les bijna ten einde was, werd aan iedereen gevraagd om de cartoons van henzelf te laten zien en te beschrijven. Ik kwam tot de conclusie dat ik lang niet de grappigste had gemaakt. Maar dat zal denk ik wel aan mij liggen.

Workshop theater
Op de dag dat we de workshop theater zouden krijgen, werden we gevraagd te verzamelen in de gymzaal, hier moesten we ook onze jassen en tassen op de grond neerleggen.
Vervolgens stelde de vrouw die ons de komende twee uur zou begeleiden zichzelf voor.
Hierna werden we gevraagd om in een kring te gaan staan. In die kring moesten we doen alsof we een “onzichtbaar object” aan elkaar doorgaven. We moesten hierbij zelf kiezen hoe zwaar dit object was, of hoe groot, of welke vorm dit had. Dit zorgde voor een grappig “toneelstuk” soms als bijvoorbeeld een heel licht, klein object naar de volgende werd overgedragen die het opving als een groot, zwaar object.
Hierna moesten we het object laten veranderen terwijl we het vast hielden. Dus bijvoorbeeld als een lichte bal een zware doos werd, moesten we die beweging ook maken alsof het letterlijk in onze armen van vorm veranderde.
Als volgende opdracht moesten we per persoon, naar iemand toelopen terwijl we heel intimiderend in zijn of haar ogen keken. Zodra je bij dat willekeurig persoon aangekomen was, moest die persoon hetzelfde doen maar dan bij iemand anders, enz.
Vervolgens moesten we allemaal een partner zoeken waarmee we de volgende opdracht moesten doen. We moesten vrij door de zaal lopen, terwijl de andere persoon exact zei wat ik aan het doen was. Als ik bijvoorbeeld rechtdoor aan het lopen was en ik maakte een snelle beweging naar rechts, moest mijn partner dus als een soort commentator bij het voetbal die beweging beschrijven. Dit deden we voor ongeveer twintig minuten waarin er af en toe werd omgewisseld.
Als laatste opdracht moesten we zelf een soort toneelstuk bedenken. Hiervoor kregen we een paar tips om mee te beginnen. Bijvoorbeeld dat we eerst een wereld moesten bedenken. Vervolgens een scenario, daarna de personages, ga zo maar door.
Ik had met mijn groepje bedacht om een scène in de dwaze dagen van de Bijenkorf te spelen. Namelijk dat er een ongeduldige klant bij de kassa stond om af te rekenen, terwijl de kassière er heel langzaam over deed om de spullen te scannen. Vervolgens, zodra er wel zou worden betaald, zou ik als dief het geld uit de handen van de kassière graaien. Zodra ik dit had gedaan zou de bewaker mij over de “toonbank” heen trekken, waardoor ik op de vloer terecht kwam, en mij “arresteren.” Zodra we allemaal onze stukken genoeg hadden gerepeteerd, moesten we dit voor de klas opvoeren en werden er direct door de begeleider tips gegeven op hoe we het beter zouden kunnen doen. Daarom moesten wij het stuk twee keer herhalen. Gelukkig waren wij niet de enige, bijna iedereen moest dat namelijk.

Maak jouw eigen website met JouwWeb